Een stroomschema waar je stap voor stap, een kunstwerk leert maken. Bedoeld om leerlingen mee te nemen in het proces van een abstract werk en te laten zien dat abstracte werken ook verhalen kunnen bevatten.
Klik hier voor een downloadbare versie van dit stroomschema.
Waarom?
Ik merkte bij de andere opdrachten dat leerlingen het heel lastig vonden om abstractie te begrijpen. Ik had geprobeerd het uit te leggen naar aanleiding van voorbeelden, maar het kwam niet echt over. Ik wilde dus een manier bedenken om leerlingen mee te nemen in het proces van een abstract werk. Zo wilde ik laten zien dat er daadwerkelijk een gedachtegang achter zit. Maar ook om beter te begrijpen wat abstract echt is.
Ik koos voor een stroomschema, omdat ik hierdoor de leerlingen echt mee kan nemen in de stappen. Door ze bij iedere stap een keuze te geven, maakt niet iedereen hetzelfde en hebben ze ook de ruimte om het werk hun eigen te maken.
Kunstenaars:
Dagmar Boumann (klik hier voor meer informatie over deze kunstenaar en waarom ik haar heb gekozen.)
Focus tekst:
In de tekst heb ik me gefocust op de gedachtes die Dagmar achter haar werk heeft. Ik wilde laten zien dat bij haar werken, die op eerste gezicht geen verhaal lijken te hebben, ook is nagedacht over wat, waar en waarom gezet wordt. Daarnaast wilde ik focussen op de beweging: hoe ze bewust bezig is met hoe haar lichaam beweegt en dit deel is van het verhaal.
Het belangrijkste is dat ik wilde overbrengen dat abstracte werken ook een verhaal hebben. Ook als dat op het eerste gezicht niet zo lijkt.
Focus opdracht:
In de opdracht wilde ik dat de leerlingen zelf konden ervaren hoe het is om een abstract werk te maken. Tijdens het maken wilde ik dat ze merkte dat hun eigen abstracte werk ook een verhaal heeft. Hopelijk zorgt dit ervoor dat ze makkelijker snappen dat andere abstracte werken, dit ook hebben.
Test:
Ik heb de puzzel getest bij groep 5, 6 en 8. Ik merkte dat de leerlingen best moesten wennen aan het stap voor stap het schema volgen. Maar als ze het eenmaal doorhadden, werkte het heel fijn. De leerlingen werkte individueel en hadden mij niet veel nodig, wat natuurlijk precies is wat ik wil.
Voor de opdracht zei ik: we gaan vandaag aan de slag met abstracte schilderijen. Vaak kreeg ik dan reacties als: ‘wat is abstract?’ of ‘huh, wat betekent dat?’ Tijdens en na de opdracht heb ik aan de leerlingen gevraagd of ze nu wisten wat abstractie was en of ze konden uitleggen wat het betekent. Bijna alle leerlingen wisten nu wel wat het was en konden dat ook heel goed uitleggen.
Aan het einde van de opdracht leken de leerlingen ook heel tevreden met de resultaten. Dat vond ik heel leuk om te zien, omdat ze vaak alleen tevreden zijn als wat ze hadden gemaakt ergens op leek.
Klik hier voor reflecties per groep en foto’s van werken van leerlingen. (Les 11, 12 en 13)
Reflectie:
Wat dat betreft doet deze opdracht dus precies wat ik ervan wilde: leerlingen meer laten leren over abstractie, dat ook hier een verhaal achter zit en dat ze het zelf ook kunnen maken. De opdracht is, in deze vorm, dan ook ‘af’: er zijn geen dingen die ik op dit moment nog wil/moet aanpassen om het te laten werken zoals ik wil dat het werkt.