Onderzoek
In mijn deskresearch heb ik onderzoek gedaan naar de werking van storytelling en het beantwoorden van mijn deelvragen. Aan de hand van deze research worden hier de deelvragen beantwoord.
Waarom storytelling?
In mijn vierde jaar volgde ik de minor creative storytelling aan de hogeschool Utrecht. Hier leerde ik over verschillende storytelling technieken en hoe storytelling gebruikt kan worden. In een van de opdrachten moest ik een storytelling product maken met een doelgroep die gerelateerd was aan mijn studie. Dit opende een interessante deur, waardoor ik ging nadenken over de opties om storytelling te gebruiken in kunstonderwijs.
‘De Engelse term Storytelling is langzamerhand een begrip geworden waar nog geen goede Nederlandse term voor is gevonden. Simpelweg ‘het verhalen vertellen’ dekt onvoldoende de lading, omdat storytelling inmiddels meer is dan alleen verhalen vertellen. Bij storytelling staat het ontwikkelen, schrijven, vertellen en delen van verhalen centraal. Vaak gaat het daarbij ook om toepassingen in het onderwijs, therapie en bedrijfsleven.’ (Bouma, 2010)
Storytelling is een breed begrip, wat je op veel verschillende manieren kan gebruiken in het onderwijs. Voor mij is storytelling een manier van dingen formuleren. De focus leggen op het verhaal en hiermee inspelen op de belevingswereld van mijn doelgroep.
– (S.Kuunders, college tijdens minor, 2020)
Binnen het onderwijs kan storytelling een hulpmiddel zijn om dingen beter te begrijpen, maar ook als methodiek die leerlingen vaak leuk vinden. ‘Jonge kinderen genieten van lezen, schrijven en luisteren naar verhalen, en door de verhalen begrijpen ze meer over de samenleving en het leven in het algemeen.’ (Rahiem, 2021)
Ik vind het belangrijk dat mijn lessen niet alleen leerzaam zijn, maar ook leuk. Ik vind dat school ook een plek moet zijn waar leerlingen graag naartoe gaan. Zeker binnen de kunsteducatie zijn er veel mogelijkheden om lessen te geven waarbij de leerlingen het ook naar hun zin hebben. Storytelling leek hier een perfecte tool voor.
‘Storytelling is verhalen vertellen en verhalen bevorderen diverse vaardigheden: de vaardigheid tot verbeelding, creativiteit, mondelinge en communicatieve vaardigheden in de moedertaal en in vreemde talen blijkt uit wetenschappelijk onderzoek’ (Tuin, 2019)
Storytelling is in zichzelf een creatieve leermethode en kan daardoor, denk ik, heel goed samengaan met kunsteducatie. Dit is waarom ik er voor koos dit de focus te maken van mijn onderzoek: Hoe kan ik storytelling als tool gebruiken binnen het kunstonderwijs?
Hoe wordt storytelling nu gebruikt voor kunst bij kinderen?
Om deze vraag te beantwoorden, ben ik eerst gaan kijken naar hoe storytelling buiten het onderwijs wordt gebruikt. Uit mijn ervaring merkte ik dat de kloof tussen wat er buiten een klaslokaal is en wat er in het klaslokaal wordt gebruikt, vaak best groot is. Waar leerlingen al lang bezig zijn met dingen, duurt het vaak heel lang tot deze methodieken ook in de klas gebruikt worden. Daarom leek het me juist interessant om op zoek te gaan naar wat er buiten het klaslokaal al is, om dit vervolgens mee te nemen het klaslokaal in.
Ik begon met het lenen van boeken bij de bibliotheek. Ik heb geprobeerd zoveel mogelijk boeken te lezen, juist om te zien welke dingen er al zijn. Uit al deze boeken heb ik uiteindelijk een kleine selectie gemaakt waar ik veel aan heb gehad. Daarnaast heb ik een aantal podcasts geluisterd. Hieronder staan deze beschreven.
Waarom zijn er zoveel blote mensen in de kunst? (Hodge, 2016)
- Hele leuke/creatieve vormgeving
- Opgebouwd vanuit vragen
- Stelt vragen terug: hoe denk jij…
- Verdeelt per onderwerp (bijv: stil leven) door stromingen heen
- Verschillende soorten kunst: schilder, performance, toegepast, digitaal, etc.
- Alleen theorie, geen opdrachten
- Hele korte stukjes per schilderij
- Geen uitleg over stromingen/tijden
- Westerse kunst-kanon
Kunst schatten (Dickins, 2007)
- Theorie wordt direct aan opdracht gekoppeld
- Europese, Afrikaanse en Japanse kunst
- Theorie is kort maar duidelijk
- Opdrachten zijn veelzijdig, maar duidelijk gericht op hele jonge kinderen. (Vingerverf, handafdrukken, etc.)
- De opdrachten zijn heel erg voorgekauwd. ‘Teken links een boom.’
- De opdrachten gaan over het namaken van kunstwerken, in plaats van het zelf een kunstwerk bedenken/maken
- Geen duidelijke samenhang tussen de voorbeeld werken
Kinderen ontdekken de grote kunstenaars (Kohl & Solga, 2000)
- Dit boek is opgedeeld per stroming
- In het boek worden voorbeelden van kinderen laten zien als kunstwerken, in plaats van alleen grote kunstenaars
- De opdrachten in dit boek zijn vrij te interpreteren, maar ook direct gelinkt aan een kunstwerk/kunstenaar
- De opdrachten zijn vrij: er worden voorbeelden gegeven van wat je zou kunnen maken, maar je kan overal zelf kiezen wat je precies wil maken en hoe.
- Het boek is gericht op docenten/ouders om de opdrachten aan kinderen te geven. Bijvoorbeeld qua taalgebruik kunnen (jonge) kinderen dit boek niet alleen gebruiken.
Artcurious podcast (Dasal, 2016)
- Verteld over het leven van een kunstenaar alsof het een verhaal is.
- Gaat in op onwaarheden over deze kunstenaar.
- Heel erg gefocust op het verhaal, maar niet op de kunstwerken.
- Leuk om te luisteren als je meer wilt weten over het leven van kunstenaars.
The lonely palette (Avishai, 2016)
- Gaat over musea toegankelijk maken voor iedereen.
- Presentator gaat in gesprek met mensen in de musea: wat zie je?
- Speelt met dat de luisteraar niets ziet, dus het beschrijven van werken
- Duidelijk gericht op volwassenen
- Gaat diep in op het verhaal achter een kunstwerk of tentoonstelling in musea.
Hoe maak ik mijn project inclusief?
‘Verhalen vertellen we om kennis over te dragen, om elkaar te vermaken, om te relativeren, om betekenis te geven, om te vertellen wie we zijn en wat we belangrijk vinden en om zo het mysterie van het leven te begrijpen.’ (Bouma, 2010)
Storytelling is een tool die je een kijkje geeft in de wereld van degene die het verhaal verteld. Door storytelling te gebruiken om persoonlijke ervaringen te delen, is het een krachtige manier om ervaringen van ‘de ander’ te begrijpen.
‘Door een op kunst gebaseerde storytelling-pedagogiek toe te passen, kunnen docenten leerlingen betrekken bij de kracht van hun geleefde ervaringen.’ (Hobson et al., 2019)
In de kunst worden er natuurlijk vaak verhalen over ‘de ander’ vertelt: kunstenaars laten vaak hun achtergrond, politieke standpunten of meningen in hun werk zien. Door storytelling hieraan te koppelen, kunnen leerlingen deze verhalen beter begrijpen. Daardoor vind ik het belangrijk om de lijst kunstenaars voor dit project divers te maken: ik hoop dat de leerlingen, door storytelling, een beter idee krijgen over wat voor verhaal deze kunstenaars willen vertellen.
Waar komt het knutsel imago vandaan? Ervaren leerlingen dit zelf ook zo?
Om antwoord te geven op deze vraag, heb ik onderzoek gedaan bij mijn leerlingen zelf. Klik hier om te zien hoe ik dat heb gedaan.
Uit dit onderzoek bleek dat mijn leerlingen (bijna) alle voorbeelden die ik noemde, bestempelde als kunst. Ze vonden het vooral kunst als er over nagedacht was: ‘Als je zomaar iets doet, is het knutselen.’ (anonieme leerling, 2021)
Hoe wil ik storytelling gebruiken in mijn project?
Voor dit project wil ik een aantal prototypes ontwikkelen waarbij ik verschillende vormen van storytelling test.
– Storytelling door middel van een verhaal van een kunstenaar: dit is … dit is hun achtergrond, dit is hun verhaal
– Storytelling door middel van (vernieuwende) methodieken: podcast, stroomschema, etc.
– Storytelling door middel van het koppelen van kunsttheorie en opdrachten, waardoor leerlingen het verhaal achter kunstwerken leren begrijpen.
– Storytelling door middel van het ontdekken van je eigen verhaal en dit leren vertellen door middel van kunst.
Ieder prototype zal een of meerdere van de bovenstaande punten bevatten. Deze prototypes wil ik testen bij mijn leerlingen en hieruit conclusies trekken over welke het beste werkt, of welke combinatie van prototypes elkaar het beste aanvult.
Op basis van de research, heb ik een aantal aandachtspunten voor het ontwikkelen van mijn prototypes.
- Interactie is heel belangrijk: niet alleen lezen/luisteren, maar vooral doen. Ik wil dus graag opdrachten koppelen aan de theorie.
- Taalgebruik: duidelijk, maar niet te kinderlijk/kleinerend. Taal kan er voor zorgen dat het kind zich wel of niet serieus genomen voelt. Het is dus van belang dat ik ook via taalgebruik, inspeel op de belevingswereld van mijn leerlingen.
- Focus: wat vind jij hiervan? Wat denk je erover? Wat is je mening? In plaats van goed/fout vragen. Hierdoor leg ik de focus op het nadenken over de theorie, in plaats van vragen goed beantwoorden.
- Ik vind het belangrijk dat de opdrachten vrij zijn: dat ik niet teveel invul en ze vooral zelf kunnen kiezen wat ze maken.